woensdag 18 januari 2017

Opblaasdino, deel 1: Het Reusachtige Raadsel

Een tijdje geleden had ik het over sauropoden en hoe ongelooflijk groot ze kunnen worden. Vandaag ga ik daar iets dieper op in.
De vraag van vandaag: Hoe is het toch mogelijk dat er dieren hebben bestaan die zoveel groter waren dan we van dieren gewend zijn?

Er lijkt een limiet te zitten aan hoe groot een landdier kan worden. De grootste landzoogdieren aller tijden, de uitgestorven olifant Palaeoloxodon en de reuzenneusshoorn Paraceratherium, vertegenwoordigen ongeveer het maximale wat een "gewoon" landdier bereiken kan. Hun grootte en gewicht is vergelijkbaar met die van de grootste dino's aan de Ornithischia-tak van de familie; eendebekken en ceratopsiërs. Allemaal rond de twaalf meter lang en vier á vijf meter hoog.
Paraceratherium, Palaeoloxodon en Shantungosaurus: De grootste landdieren die geen sauropoden zijn.
Waarom is er een limiet? Naarmate een dier groter wordt, stijgt zijn gewicht exponentiëel. Als een dier te zwaar is, kunnen zijn spieren en botten hem niet meer dragen. Hij zal dan verpletterd worden onder zijn eigen gewicht.

Bij een sauropode staat iedereen in de schaduw.
Sauropoden zijn in alles de overtreffende trap. Ze zijn net zo groot als walvissen. Ze worden niet alleen groter dan alle andere landdieren, ze worden heel veel groter. Ze zitten op een heel ander niveau, een heel andere orde van grootte. Wat maakt sauropoden zo bijzonder dat ze zoveel groter kunnen worden dan andere landdieren? Waarom raken zij niet verpletterd onder hun eigen gewicht?
Knight 1897
In eerste instantie zochten experts het antwoord in het water. Ze dachten dat een sauropode traag en log zou zijn op het land, maar zich in het water vrij zou kunnen bewegen. Waterdieren kunnen veel groter worden dan landdieren.

Deze theorie werd na de dinorevolutie van de jaren '80 bij het grofvuil gezet, zoals zoveel andere dinomythes. Sauropoden zijn duidelijk landdieren; ze hebben geen enkele aanpassing die aan een waterdier doet denken. Hun grote, rechte poten zijn om op te lopen, niet om mee te zwemmen.
Dan blijft de vraag: Hoe doen ze het? Als je de dichtheid van een zoogdier toepast op een sauropode krijg je een dier van meer dan honderdduizend kilo. Hoe blijft een dier van twintig, dertig meter lang op zijn poten staan?

Het antwoord komt, zoals vaak, van de moderne dino's: vogels. Vogels zitten heel interessant in elkaar. Hun ademhalingssysteem is heel anders dan dat van zoogdieren; ze hebben niet alleen flinke longen, ze zitten helemaal vol met lucht. Ze zijn veel lichter dan je zou denken.
Paleontologen hebben ontdekt dat de dino's aan de Saurischia-tak van de familie - sauropoden en theropoden - allemaal beschikken over een ingewikkeld syteem luchtzakken, longen en holle botten die ze niet alleen veel lichter maakt dan je zou denken, maar ook een uitstekende conditie geeft. De volgende keer ga ik dieper in op hoe dit systeem werkt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten