Eindelijk hier mijn derde blog over mijn bezoek aan Londen in mei 2018. Het is even geleden maar het werd toch eens tijd.
Als er iets is wat je als dinofan in Londen beslist niet kan overslaan, is het wel een bezoek aan het indrukwekkende Natural History Museum in Kensington, pal naast het al even imposante Victoria & Albert en niet ver van de beroemde Royal Albert Hall. Het NHM heeft één van de meest interessante en belangrijke collecties fossielen in Europa, en een rijke staat van dienst in de geschiedenis van de paleontologie. Zoals bij alle grote musea van Londen is het bezoek gratis(1).
Ik was, zonder het te weten, al goed bekend met de topstukken van het museum. Ik groede op met de serie Dinosaurus-tijdschriften van DeAgostini(2), waar veel foto's uit dit museum in opgenomen waren. Wandelen door de dino-hal van het NHM was dus een feest van herkenning, maar ook een wat frustrerende ervaring.
De grote hal is precies wat je van een statig Engels museum verwacht: groots en weids, maar ook met een wat stoffige uitstraling. Helaas is de blikvanger, een replica van een Diplodocus-skelet, op reis. Dippy is vervangen door een walvis. Toch niet helemaal hetzelfde: welk natuurmuseum heeft géén walvis?
Gelukkig is er nog steeds een dino in de centrale hal: deze iguanodont genaamd Mantellidon. Veel soorten die vroeger onder Iguanodon werden geschaard zijn nu uit elkaar getrokken en opnieuw benoemd; een erg ingewikkeld verhaal. Wel sympathiek dat ze er tenminste één naar Gideon Mantell, de eeuwige pechvogel die Iguanodon ontdekte, hebben vernoemd.
Het centrale standbeeld in het trappenhuis is niet van Richard Owen, zoals je misschien zou denken, maar van zijn aartsvijand Charles Darwin. Toch de betere keuze als je het mij vraagt.
Links van de centrale hal bevindt zich onze hoofdattractie: de dinohal. En op de foto hierboven zie je meteen het eerste probleem; de hal is prop-en-propvol. Het was een drukke dag, maar zelfs op rustige dagen geeft de hal een rommelige en opeengepropte indruk. Dat er weinig licht is helpt niet mee. Goede foto's maken is op deze manier onmogelijk.
De hal heeft twee verdiepingen; de tweede verdieping is gebouwd op een wat weggemoffelde bouwsteiger. Helaas kan je er niet daadwerkelijk naar boven, wegens de beruchte Engelse Health & Safetyregulaties. Dus krijg je wat vreemde taferelen, zoals een zwevende Allosaurus die je alleen maar vanaf de grond kunt zien.
Gelukkig is de collectie zelf ruim de moeite waard. De rug van Scolosaurus, schedels van dino's van allerlei allooi, de iconische Baryonyx, een vreemd geprepareede Triceratops (met bochel en bungelende staart). Allemaal schitterend om te zien, en zoals gezegd een feest van herkenning.
Gelukkig is er ook nog steeds een sauropode: deze Camarasaurus. Waarschijnlijk niet zo indrukwekkend als Diplodocus maar toch een flink beest. Door de kleine ruimte en het beperkte licht wederom onmogelijk te fotograferen.
Bungelende armen van Deinicheirus, voor we wisten wat voor beest eraan vastzat. De collectie van het NHM is groot genoeg om gemakkelijk een hal van drie keer zo groot te vullen.
Er wordt ook ruim de aandacht besteed aan de rol die dino's vervullen in de popcultuur, al komt de verklarende tekst niet met verhelderende nieuwe perspectieven op de populariteit van dino's.
Helaas laat het museum zich ook in met dit soort kitsch. Houterig bewegende animatronic Deinonychussen met "veren", precies zoals het niet moet. Net zo erg als de "raptors" in de T. rex-tentoonstelling van Naturalis (die er niet meer is). Het wordt tijd dat de robotbouwers in China (3) eens kijken hoe je nu écht een gevederde dino reconstrueert.
De tentoonstelling eindigt met een levensgrote animatronic T. rex, en over deze heb ik niet veel te klagen. De voorpoten staan goed, de ogen kijken vervaarlijk naar voren, en de bewegingen zien er realistisch uit. Hij neemt wel veel ruimte in beslag in een hal waar ruimte zo beperkt is, maar voor de kinderen is dit ongetwijfeld het hoogtepunt.
Je kan er niet omheen: de dinohal van het NHM is aan verbouwing toe. De rommelige en welhaast claustrofobische indeling, de verouderde reconstructies en het fiasco met de loopsteiger zijn niet van deze tijd. Het wordt tijd voor een ruimtelijkere en meer georganiseerde opzet. Dat moet mogelijk zijn zonder naar een grotere hal te moeten verhuizen.
Geslaagder is de zoogdierenhal aan de andere kant van het museum. Door een meer open ruimte met meer licht (en dit keer een functionerende ballustrade) geeft deze hal, ondanks dat ook deze compleet vol staat, een veel kalmere en georganiseerdere indruk. Misschien kan deze hal als voorbeeld dienen voor waar de dinohal van het NHM in de toekomst heen moet?
Als dinoliefhebber heb ik bij het NHM gevonden wat ik verwachtte: vele schitterende fossielen, gecombineerd met Engelse eigenzinnigheid. En, tja, met gratis toegang heb ik natuurlijk ook helemaal niets te klagen.
(1)In de jaren tachtig begon het Victoria & Albert onder politieke druk van krenterige Tories een proef waarbij 5 pond entree werd gevraagd; het bezoekersaantal halveerde direct (wie had dat gedacht?). Nadat de entree gratis werd gemaakt kwam het weer op peil.
(2)Leuk weetje: de hele serie, van Britse makelij, verscheen op de Amerikaanse markt als één gigantisch boek, "The Humongous Book of Dinosaurs"
(3)Nota bene het land waar de meeste gevederde dinofossielen vandaan komen!
The Triceratops is actually a (very old) life-size model! Hence the weirdness, including legs based on those of hadrosaurs (note the three toes). The Deinonychus robots were originally positioned around a Tenontosaurus carcass in a kind of diorama, where the T. rex is now. They were also completely scaly, of course, and have since been given some furry outfits.
BeantwoordenVerwijderenAs for the elevated walkway...I heard a rumour that vibrations generated by the very many visitors to the gallery were damaging the Victorian building it was suspended from, hence the closure. Can't confirm that, though. As you say, the whole thing needs a rethink but, well, money I guess. And time. And human resources.