Mongolië is één van de belangrijkste landen voor de paleontologie. Alleen in de Verenigde Staten zijn meer fossielen van dinosaurussen gevonden. Eén van de stoerste verhalen uit de geschiedenis van de paleontologie gaat over Roy Champan Andrews, de cowboy-avonturier die model zou hebben gestaan voor Indiana Jones. Hij was de leider van een paar gevaarlijke expedities in de jaren '20 naar de Gobi-woestijn in Mongolië, waar hij vele nieuwe dino's ontdekte en ook de eerste dinonesten en -eieren. De bekendste dino's uit Mongolië zijn Protoceratops, Oviraptor en natuurlijk Velociraptor.
Protoceratops en Velociraptor |
Toch leeft het hele dinogebeuren niet zo in Mongolië zelf. Fossielen uit Mongolië komen meestal in Amerika terecht. Het duurde tot 2013 voordat Mongolië eindelijk zijn eerste eigen dinosaurusmuseum kreeg, in de hoofdstad Ulaanbaatar. Het topstuk van het Mongoolse dinosaurusmuseum is een 10 meter lang skelet van Tarbosaurus, de plaatselijke neef van T. rex.
Bron:Centraal Museum voor Mongoolse Dinosauriërs |
Deze Tarbosaurus was bijna het slachtoffer geworden van een plaag die zoveel arme maar fossielrijke streken treft: illegale fossielhandel. Het geraamte werd "zwart" opgegraven en het land uitgesmokkeld, waarna het op een Amerikaanse veiling opdook en voor een miljoen werd verkocht. De Mongoolse regering kreeg er lucht van en eiste de Tarbosaurus op: het fossiel was illegaal verkregen en behoorde het Mongoolse volk toe. De rechter stelde de Mongolen gelukkig in het gelijk, en Tarbosaurus staat nu waar hij hoort: in het museum in Ulaanbaatar, zodat de Mongolen en hun kinderen eindelijk zelf ook kunnen genieten van de fossielenrijkdom van hun land. Dat wil zeggen: die helft van de bevolking die in de stad woont.
Mongolië: kom voor de kamelen, blijf voor de dino's. |
Door illegale fossielhandel komen er veel fossielen in handen van rijke particulieren, waardoor ze voor de wetenschap verloren gaan. Ook wordt er in dit circuit minder voorzichtig met fossielen omgegaan dan in het wetenschappelijk circuit. Hierdoor raken de fossielen vaak beschadigd. De meeste musea nemen illegaal verkregen fossielen niet aan, hoe mooi of belangrijk ze ook zijn.
Voor mensen in arme streken, zoals de afgelegen steppe van Mongolië, is illegale fossielenhandel een manier om een zakcentje te verdienen. Ze graven wat botten op en geven ze voor wat centen mee aan een handelaar. Maar ze worden uitgebuit; op de zwarte markt in rijke landen als Amerika gaan de fossielen heel wat keren over de kop. De landen waar de fossielen vandaan komen profiteren er nauwelijks van. Dat moet veranderen. Maar hoe?
Bolor Minjin |
Op dit moment is een rondreizend museum bezig aan een tour door Mongolië. Het doel is om ook de kinderen die op meer afgelegen plekken wonen - met name in de Gobi zelf - enthousiast te maken over dino's. Dit initiatief - op poten gezet door Bolor Minjin, de Mongoolse paleontoloog die de Tarbosaurus naar Ulaanbaatar haalde - is bedoeld om de plaatselijke bevolking kennis te laten maken met de belangrijke fossielen waartussen ze wonen, om kennis en wetenschap te verspreiden, en om roof en smokkel tegen te gaan. Het initiatief is met succes gefinancierd door een crowdfundingcampagne. De campagne neemt nog steeds donaties aan, die gaan in een pot voor een permanent museum in de Gobi.
Een wondermiddel om de dino's van Mongolië te redden is er niet. Een ding is zeker: een betere toekomst begint bij enthousiaste kinderen.
Meer lezen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten