maandag 24 oktober 2016

Veren, deel 3: Wie wel, wie niet?

De vorige keer hebben we gezien dat de voorouder van alle dino's waarschijnlijk veren had. Vandaag gaan we kijken naar wat dat betekent voor het uiterlijk van de vele verschillende soorten dino's.
Afbeelding: Julius Csotonyi
Alle dino's stammen af van een dier met veren. Veren zitten in hun bloed. Dat wil niet zeggen dat alle dino's daadwerkelijk veren hadden. Het betekent wel dat je per dino moet kijken hoe waarschijnlijk het is dat hij veren heeft gehad. Het is niet meer voldoende om raptors veren te geven en alle andere dino's af te beelden met een schubbige hagedissenhuid.


Zoals ik in deel 1 al liet zien, is er een aantal dino's waarvan we huidafdrukken hebben gevonden die schubben laten zien, geen veren. Bij de schubbige beesten horen bijvoorbeeld de plantenetende eendenbek Edmontosaurus...
Huidafdruk van Edmontosaurus
...de gehoornde vleeseter Carnotaurus...
Huidafdruk van Carnotaurus
...en een oude bekende: Triceratops.
Huidafdruk van Triceratops
We kunnen redelijk zeker zijn dat deze drie grote dino's geen veren hebben gehad (hoewel Triceratops steeds vaker wordt afgebeeld met borstelige staartveren als die van Psittacosaurus, een familielid). Althans, niet op het kleine deel van het lichaam waar de afdruk van is. We weten ook dat hun kleinere voorouders wel met een verenvacht rondliepen. Ze moeten hun veren in de loop van de evolutie dus zijn kwijtgeraakt. Waarschijnlijk heeft dat te maken met hun grootte; zoals ik in deel 1 al zei loopt een groot dier met een vacht risico om oververhit te raken.

Er zijn ook heel veel dino's waavan we domweg geen idee hebben of ze veren hebben of niet. Brachiosaurus en andere grote sauropoden? Geen idee. Stegosaurus? Weetikveel. Ankylosaurus? Keine Ahnung. Een goede vuistregel is dat voor kleinere dieren veren of een vacht waarschijnlijker zijn dan voor grotere dieren. Een Ankylosaurus met veren is veel minder waarschijnlijk dan een fluffy Hypsilophodon.
Een wollige Ankylosaurus. Dit gaat de meeste paleontologen te ver. Afbeelding: Jamie Headden
Toch is dat, wederom, geen harde regel; kijk maar naar de 9 meter lange en volledig gevederde Yutyrannus. Er is met Yutyrannus nog iets aan de hand: hij leefde in een noordelijke, bergachtige streek waar het niet warm was. Niet dat het op de Noordpool leek, maar de streek in China waar hij leefde kende frisse winters.
Yutyrannus in de kou. Afbeelding: Brian Choo
Het is niet vreemd om te denken dat de dino's die in koelere streken leefden hun verenvacht hebben behouden, en dino's uit warme gebieden hem kwijtraakten. Paleontoloog en artiest Mark Witton tekende Pachyrhinosaurus, een noordelijke neef van de geschubde Triceratops, met een wollige verenvacht. De eendenbek met de eskimo-naam Ugrunaaluk, een neef van Edmontosaurus uit Alaska, wordt ook soms met vacht afgebeeld. Dit is allemaal speculatief, maar wel gebaseerd op logica. Een mammoet had immers ook een vacht, en een Afrikaanse olifant niet.
Ugrunaaluk leefde in Alaska. Hij kon een vacht wellicht goed gebruiken. Bron
Dit zijn allemaal richtlijnen. Voor de meeste dino's hebben we eenvoudig geen bewijs voor schubben of veren. Hopelijk zal dat in de toekomst veranderen, als er meer huidafdrukken van zowel veren als schubben opduiken. Tot die tijd experimenteren kunstenaars er lustig op los. Hoe ziet een Stegosaurus met veren eruit?
Afbeelding: Christian Masnaghetti
Meer lezen?
https://qilong.wordpress.com/2013/02/10/the-enfluffening/
http://markwitton-com.blogspot.nl/2013/01/skin-deep-one-skin-fits-all-approach-to.html
http://phenomena.nationalgeographic.com/2012/12/31/hooray-for-dinofuzz/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten