maandag 17 oktober 2016

Veren, deel 2: Had de eerste dino veren?

Toen ik het had over Richard Owen en zijn definitie van "dinosaurus" heb ik "Dino 1" geïntroduceerd. Dat is de hypothetische eerste dinosaurus en de voorouder van alle andere dinosauriërs. Dino 1 was de laatste gemeenschappelijke voorouder van alle dino's en leefde vlak voordat de dinosauriërs zich in twee groepen splitsten. Die groepen noem ik groep A en B*. Alle andere dinosauriërs horen bij groep A of B.
De laatste tijd is er een interessante nieuwe hypothese opgedoken: Dino 1 had waarschijnlijk veren! Waar komt dit idee vandaan?


De meeste dino's met veren die we hebben gevonden horen bij een familie dino's genaamd Coelurosauriërs. Dit is een grote en diverse familie, behorend tot de theropoden of "vleeseters". T. rex en de raptors horen bijvoorbeeld bij deze familie, maar ook een paar planten- en alleseters zoals Oviraptor, Therizinosaurus en Gallimimus. Ook Archaeopteryx en alle vogels horen bij de coelurosauriërs. Een aantal jaar was de aanname dat alleen coelurosauriërs veren hadden, en dat de eerste veren ergens aan het begin van deze familie zijn ontstaan.
Coelurosauriërs in de polonaise: Therizinosaurs, Deinonychus, Deinocheirus, Caudipteryx, Tyrannosaurus.
In 2009 dook er in China een beest op dat deze hypothese - alleen coelurosauriërs hebben veren - helemaal op zijn kop zette. Dat beest was Tianyulong, een kleine planteneter met slagtanden. Tianyulong is helemaal geen coelurosauriër; het is een primitief lid van groep B en staat zover af van een vogel als een dino maar kan staan. En toch is deze rare snuiter van top tot teen bedekt met donzige dinoveren.
Tianyulong: Geen coelurosauriër
Later doken er nog twee leden van groep B op met veren: de bekende Psittacosaurus, van wie nu dat inmiddels berucht schattige levensgrote model is gemaakt, bleek dikke, borstelige stekels op zijn staart te hebben. Waarschijnlijk waren dit harde, dikke veren, net zoals de stekels van een stekelvarken eigenlijk harde, dikke haren zijn.
Dit fossiel van Psittacosaurus laat duidelijk de staartveren zien.
Maar de spectaculairste is Kulindadromeus, een andere kleine planteneter uit groep B. Kulindadromeus werd in 2013 ontdekt in Rusland. Niet alleen beschikte hij over donsveertjes, maar ook over andere soorten lange veren die helemaal niet op vogelveren lijken. Zijn veren hadden in de loop der evolutie een heel andere vorm gekregen. Opvallend genoeg had Kulindadromeus veren op zijn lijf, maar niet op zijn staart. Precies andersom dan bij Psittacosaurus, dus.
Kulindadromeus. Afbeelding: Andrey Atuchin
Je komt dus zowel in groep A als in groep B dieren met veren tegen. Dat kan twee dingen betekenen: ofwel veren ontwikkelden zich meerdere keren afzonderlijk, ofwel veren zijn maar één keer ontstaan en Dino 1 had ze. Dat tweede is veel waarschijnlijker: het zou ongelooflijk toevallig zijn als zoiets complex als een veer twee keer afzonderlijk zou ontstaan. Als dit klopt, en Dino 1 had inderdaad veren, betekent dit dat alle dino's, ja, echt allemaal, afstammen van een dier met veren.
Zo zou één van de eerste dino's eruit hebben kunnen zien.
Betekent dit dat nu echt álle dino's daadwerkelijk veren hebben gehad, of liepen er ook dino's rond met de wat meer traditionele schubben? Dat zien we in deel 3.

* Het verschil tussen groep A en B zit in de vorm van het heupbeen. Groep A heten officiëel saurischiërs of hagedis-heupen. Groep B bestaat uit ornitischiers of vogel-heupen. Eén van de grote ironiëen van de paleontologie is dat we tegenwoordig weten dat de vogels bij groep A horen, dus bij de hagedis-heupen in plaats van de vogel-heupen.

Meer lezen?
https://www.theguardian.com/science/lost-worlds/2014/jul/24/kulindadromeus-feathers-dinosaur-birds-evolution-siberia-russia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten